Artefact van de maand: Mechelse dobbelsteenproductie

In het thema van de naderende expo “Verloren Spel”, zoomen we deze maand in op de collectie middeleeuwse dobbelstenen uit Mechelen. Dit ensemble van bijna 360 benen dobbelstenen uit de 14de eeuw kwam aan het licht tijdens de opgraving van de Grote Markt in 2002 door de voormalige dienst Archeologie Mechelen.

Tijdens de late middeleeuwen waren dobbelstenen kleiner dan diegene die we vandaag kennen, namelijk gemiddeld 7,5 mm. Deze afmetingen zijn bepaald door de dikte van het holle, dierlijke beendermateriaal waaruit ze gemaakt werden. Ook de plaatsing van de ogen verschilt van de hedendaagse: meestal stond 1 tegenover 2, 3 tegenover 4 en 5 tegenover 6. Dit zogenaamde priemsysteem is typisch voor die periode, net als de vorm van de oogjes. Deze bestaan uit een puntje met daarrond een cirkeltje.

Het productieproces van deze dobbelstenen kunnen we deels reconstrueren op basis van ambachtelijk afval dat gevonden werd tussen 2010 en 2011 op de nabijgelegen site Ganzendries. Dit is de enige plek in Vlaanderen waar middeleeuwse resten van het atelier van een teerlingmaker opgegraven werden. Op deze plek net buiten de toenmalige stadsomwalling lijken verschillende activiteiten te hebben plaatsgevonden waarvoor men dierlijk (bot)materiaal gebruikte, zoals schoenlapperij, mergolieproductie (voor bijvoorbeeld kaarsen) en hoornbewerking. Eerst zaagde de teerlingmaker staafjes uit voetbeenderen van koeien, paarden, schapen en geiten. De staafjes werden op hun beurt tot kubusjes verzaagd. De zaagvlakken, hoeken en ribben werden vervolgens gepolijst. Tot slot werden de teerlingen met behulp van een aangepast boorkopje van ogen voorzien, wat hun typische punt-ring-vorm verklaart.

Benieuwd naar deze en andere artefacten? Kom ze vanaf 27 april bewonderen in de pop-up expo ‘Verloren spel. Archeologische speelgoed uit de ondergrond’ in het Huis van de Mechelse archeologie.

Lotte Holsteyns, masterstudente archeologie