De benaming ‘patagon’ is afgeleid van het Spaans ‘patacon’ wat grote munt betekent. Dit type zilvermunt werd voor het eerst geslagen tussen 1612 en 1621, onder het gezag van de aartshertogen Albrecht & Isabella (1598-1621). Naast deze patagons betaalde men ook in soevereinen (goudmunten), stuivers (1 patagon = 48 stuivers), ducatons (60 stuiver waard), en diverse andere munttypes zoals de pauwenschelling (6 stuiver) en het oord. De patagon werd geslagen tot 1712, maar deze nieuwe munten vormden een stelsel dat tot in het midden van de 18e eeuw verder maar weinig veranderde.
De munten horen tot de mooiste uit onze moderne muntgeschiedenis, en genoten ook in hun tijd hoge waardering. De beeldenaar lijkt sterk op die van de Bourgondische rijksdaalder geslagen door Filips II in 1567: een wapenschild omgeven door de ketting van de Orde van het Gulden Vlies op de voorzijde, en een vuurijzer op een Bourgondisch kruis op de achterzijde. Het vuurijzer was een symbool van het Bourgondische huis, een verwijzing naar de wapenspreuk van hertog Philips de Goede. Het Bourgondische kruis was ondertussen een wijdverspreid symbool van het Spaans-Habsburgse gezag geworden.
Hendrik Van Caelenberghe
Werkend lid KGMP