Op de Beestenmarkt te Sluis werd een zeldzame fallusbeker (1350-1450) aangetroffen in een tonput.
Dergelijk schertsdrinkgerei werd o.a. gebruikt in kroegen. Het ging dan niet alleen om grappige vormen, maar ook om uitdagingen in de vorm van puzzels (zoals bij de fopkannen) en handigheid (zoals bij het pasglas). Waarschijnlijk had de fallusbeker een fopeffect. Het drinken uit deze beker gaat aanvankelijk gemakkelijk, maar op het moment dat een luchtbel door de smalle schacht doordringt tot een van de ballen, klotst het bier er ineens uit. Dit zal een heftigere variant zijn van het effect dat men heden ten dage kent van het drinken van Kwak-bier uit het bijbehorende koestiersglas. De kans dat een, mogelijk reeds flink beschonken, drinker alles over zichzelf heen morste, zal hebben bijgedragen aan de algehele hilariteit en dubbele betekenis. Toch mag een symbolische betekenis niet volledig worden uitgesloten. Zo is het mogelijk dat de fallusbekers bedoeld waren voor bepaalde gelegenheden.
Meer weten? Zie het artikel Een laatmiddeleeuwse fallusbeker uit Sluis door Y. de Rue dat deze maand werd gepubliceerd in het magazine Vormen uit Vuur (233: 2017/1)
Yvonne de Rue, specialist (post)middeleeuws aardewerk