Artefact van de maand: wervel van een bruinvis

In de Begijnenstraat te Mechelen werd een wervel aangetroffen van een bruinvis die erop wijst dat deze zeezoogdieren in het verleden tot diep in het Vlaamse binnenland getransporteerd werden. De vondst in kwestie kon ruim gedateerd worden tussen de 12de en de 18de eeuw en dient wellicht geïnterpreteerd te worden als consumptieafval. Een hakspoor op het fragment toonde aan dat het karkas van dit dier ter hoogte van de staart werd doorgehakt, waarschijnlijk om het in meer hanteerbare stukken te op te delen.

De bruinvis is de kleinste walvisachtige die in de Noordzee voorkomt en werd waarschijnlijk reeds in de middeleeuwen bejaagd in onze kustwateren. Zo zouden het vooral de vissers uit Wenduine geweest zijn die in de jacht op deze soort gespecialiseerd waren[1].Wellicht werd het vlees dan naar het binnenland getransporteerd om tegen hoge prijs verkocht te worden aan diegenen die het zich konden veroorloven of er recht op hadden. Waarschijnlijk dient dit soort vondsten dan ook vooral geassocieerd te worden met nederzettingen met een zekere sociale status en ecclesiastische sites[2]. Resten van walvisachtigen, werden overigens ook aangetroffen in het Gentse Gravensteen[3] en de abdij van Ename[4].

 

Ben Gruwier- specialist archeozoӧlogie

 

[1]De Smet, W.M.A. 1979, Geschiedenis en huidige toestand van het onderzoek over cetaceeen in Belgie, Lutra 21, pp. 25-36

[2]Gardiner, M. 1997, The exploitation of sea mammals in Medieval England: bones and their social context, Archaeological Journal 154, 1, pp. 173-195.; Sabin, R., Bendrey, & Riddler, I. 1999, twelfth-century porpoise remains from Dover and Canterbury, Archaeological Journal 156, 1, pp. 1-10.

[3]Van Der Plaetsen, P. 1987, Walvissen…in het Gravensteen, Stadsarcheologie. Bodem en monument in Gent 11, pp. 24-25.

[4]Callebout, D. 1996, Ename: zorg om een Middeleeuws erfgoed, In: De Boe, G. (ed), Archeologie in Vlaanderen III, pp. 26-32.