Tijdens een opgraving in de Scheerstraat te Mechelen troffen de archeologen van de Dienst Archeologie Mechelen fragmenten van enkele eigenaardige vormen aan. Het gaat om rechthoekige dubbele bakken met een centraal tussenschot en met vingerindrukken versierde randen. Beide bakken zijn reducerend gebakken, maar één exemplaar is aan de binnenzijde voorzien van een ‘mislukt’ strooiglazuur. Dit toont aan dat de pottenbakker de bedoeling had het oxiderend te bakken, maar dat er iets is misgelopen in de oven.
Dergelijke bakjes worden zowel in Mechelen als elders in Vlaanderen en Nederland sporadisch aangetroffen in laatmiddeleeuwse assemblages. De vraag is natuurlijk: waarvoor werden ze gebruikt? Over het antwoord wordt al lang gediscussieerd, maar tegenwoordig wordt een gebruik als voederbakje voor pluimvee of andere erfdieren meer en meer aanvaard. De vormt leent zich hier immers uitstekend toe. Zo zou in de ene helft bv. zaden aangeboden kunnen worden, en in de andere water. Gelijkaardig bakken zijn bovendien te zien op een aantal schilderijen.
Daarnaast werd ook weleens geopperd dat ze als kweekbakjes voor de tuinman konden dienen. Wat de in de Scheerstraat aangetroffen bakjes betreft kunnen hier wel enkele bedenkingen bij geformuleerd worden, zoals bv. de afmetingen die net wat te groot zijn voor zaailingen, maar dan weer te ondiep voor al veel grotere planten.
Dana Piessens, specialist (post)middeleeuws aardewerk