Bij een opgraving in de Begijnenstraat trof de Dienst Archeologie Mechelen verschillende fragmenten wandtegel aan. De witte wandtegels zijn vervaardigd in faience en voorzien van kobaltblauwe decors.
In één kuil werden drie tegelfragmenten aangetroffen die mogelijk deel uitmaakten van hetzelfde tableau. Hoewel hun decor niet identiek is, is het wel gelijkaardig. Twee tegels beelden een herder af en het kleinste fragment een herderin. Zoals typisch voor dergelijke taferelen zijn de figuren afgebeeld met een herdersstaf in de hand en hun blik op oneindig, terwijl hun vee op de achtergrond zijn gangetje gaat. Voor wie het zich afvraagt, beide herders hoeden koeien. Van de tegel met herderin is te weinig bewaard om uitspraken te doen. De koeien lijken echter verdacht veel op slakken. Iets wat we wel vaker zien op tegels van mindere kwaliteit.
Op basis van de dikte (ca. 7-8 mm), het decor en het hoekmotief kunnen de wandtegels in het einde van de 17de of in de 18de eeuw gedateerd worden. In deze periode waren faience tegels enorm populair als eenvoudig schoon te maken wandversiering in keukens, kelders, gangen en trapportalen. Daarnaast werden ook schouwen en plinten ermee bezet. In de tweede helft van de 18de eeuw kwam een einde aan de bloeiperiode en langzamerhand verdwenen faience wandtegels uit het interieur. Stucwerk, behangpapier en machinaal vervaardigde tegels namen hun plaats in.
Meer weten over de site? Zie Begijnenstraat – Archeologisch onderzoek – Stad Mechelen
Dana Piessens, specialiste (post)middeleeuws aardewerk
Schilderij: Paulus Potter, Koeien verlaten een stal bij een boerderij in de ochtend (1647)